
De gaven van de Geest: 1 Korinthiërs 13 DEEL 2
De gaven van de Heilige Geest zijn onmisbaar in de Kerk van Jezus Christus. Het Lichaam van Christus zonder deze gaven is als een lichaam zonder ledematen. Als wij ons uitstrekken naar de gaven van de Geest, zal God deze uitdelen zoals Hij wil en zullen we een krachtig Lichaam vormen. In dit deel gaan we dieper in op de liefde en de gaven van de Geest.
‘De liefde is geduldig, de liefde is vriendelijk, de liefde is niet jaloers. Zij doet niet gewichtig en is niet trots, zij kwetst niet, is niet egoïstisch en voelt zich nooit beledigd, zij neemt niemand iets kwalijk, zij is niet blij met onrecht, maar juist met de waarheid. De liefde beschermt altijd, heeft altijd vertrouwen, verwacht het altijd van God en houdt stand.’ – 1 Korinthiërs 13:4-7
‘De liefde is geduldig’
Hiermee wordt bedoeld dat de liefde de eigenschap heeft om kalm dingen af te wachten en alles verdraagt. Met de liefde als basis en motivatie maakt het niet uit of iemand dezelfde opvatting heeft over de gaven of niet. Je zal iedereen hetzelfde behandelen.
‘De liefde is vriendelijk’
Met de liefde als motivatie zal de uitwerking te zien zijn als vriendelijkheid. Dit houdt in dat je een ander vanuit de liefde met zorg en aandacht behandelt. Je bent vriendelijk tegen iedereen – of ze de gaven van de Geest bezitten of niet.
‘De liefde is niet jaloers’
De liefde is niet jaloers op hen die grotere gaven bezitten. Ze is ook niet jaloers op hen die, omdat ze de mindere gaven hebben, bekender zijn of meer vrijheid hebben om ze te uiten. Ze is niet jaloers en is tevreden met wat ze is en heeft.
‘De liefde doet niet gewichtig’
De liefde doet niet of ze beter is, ook al bezit ze meerdere gaven of niet één! De liefde schept niet op door zich tegenover de gaven op de liefde te beroepen. Het is voor een mens waarschijnlijker om zich te beroepen op iets wat men kan ontwikkelen, dan op iets wat men als gift heeft gekregen, waarvoor geen tegenprestatie nodig was.
‘De liefde is niet trots’
We zouden niet eens trots kunnen zijn, want de gaven van de Geest zijn als een gift en het blijven altijd werkingen van de Heilige Geest. Nooit betekent het bezit van de gaven van de Geest dat jij zelf de kracht bezit. En ook al zou je geen gaven bezitten, dan kan je ook niet trots zijn. Want God zegt nadrukkelijk dat wij moeten streven naar de gaven van de Geest.
‘De liefde kwetst niet’
De liefde kwetst niet door in de samenkomst ruimte te geven aan authentieke inspiratie op een wanordelijke manier. De liefde kwetst niet door bewust authentieke gaven te onderdrukken, zodat ze zich niet op de juiste tijd kunnen manifesteren. Hierover lezen we meer in 1 Korinthiërs 14.
‘De liefde is niet egoïstisch’
De liefde zoekt niet haar eigen eer door meer aandacht te vragen dan nodig is voor de gaven die geuit moeten worden. Ze zoekt niet haar eigen gemak door niet streven naar de gaven of door de gaven die ze bezit, niet te gebruiken.
‘De liefde voelt zich nooit beledigd’
De liefde wordt niet extreem blij onder de zalving en wordt ook niet somber op het moment dat anderen krachtige uitingen van de gaven hebben. De liefde wordt niet geïrriteerd door geestelijke manifestaties die haar huidige kennis of ervaring te boven gaan. De liefde leert in kalme, maar ijverige rust.
‘De liefde neemt niemand iets kwalijk’
De liefde stoort zich niet aan hen die geregeld de gaven gebruiken of aan hen die het afkeuren en er niet mee eens zijn.
‘De liefde is niet blij met onrecht, maar juist met de waarheid’
Ook in onze tijd zien we onrechtvaardigheid om ons heen. Maar de liefde kan niet samengaan met onrecht. De liefde verheugt zich juist in de waarheid en rechtvaardigheid. Het maakt niet uit hoe de waarheid wordt verspreid, hetzij door een oprechte christen of door een uiting of openbaring van de Geest of door prediking.
‘De liefde beschermt’
In de NBG-vertaling wordt dit vers vertaald als: ‘alles bedekt zij’. De liefde verdraagt alles, zelfs bepaalde buitensporigheden die soms voorkomen bij hen die nog niet zo lang gedoopt zijn in de Geest en die bepaalde gaven van de Geest bezitten.
Of ze ‘bedekt zorgvuldig’ bepaalde aanstootgevende vertoningen van geestelijke gaven. Ze erkent de realiteit van de gave en geeft de gebruiker de ruimte om zich hierin te oefenen. Wanorde is erg, maar dood is erger. We mogen geestelijke gaven niet laten verstikken door onredelijke eisen van orde. Waar mogelijk moeten we deze gaven de ruimte geven om ze in goede banen te leiden.
‘De liefde heeft altijd vertrouwen’
De liefde vertrouwt erop dat we met passie naar de geestelijke gaven zullen streven, in gehoorzaamheid aan God. Ze vertrouwt erop dat we oprecht zullen zijn in ons streven naar de gaven en zelfs in de oprechtheid van hen die in hun onwetendheid strijden tegen de gaven van de Geest.
‘De liefde verwacht het altijd van God’
De liefde hoopt dat, net als in Korinthe, alle negen gaven werkzaam zullen zijn in elke samenkomst van elke gemeente en in elk kerkgenootschap. Ze hoopt dat alle huidige tegenstanders van Pinksteren vervuld zullen worden met dezelfde gezegende Geest en toegerust met dezelfde machtige en wonderbare gaven.
Ze hoopt dat de pinkstermensen voorwaarts zullen gaan, totdat ze elke goede gave bezitten tot opbouw van de gemeente.
‘De liefde houdt stand’
Dat wil zeggen dat ze liever zelf lijdt dan de wonderkracht van God te verdrijven of het vuur te doven. Het is gemakkelijker een vuur te blussen dan een vuur aan te steken.
De liefde streeft naar de hoogste gaven. Ze veracht de profetieën niet. Ze verbiedt het spreken in tongen niet. De liefde zou er niet aan denken de geestelijke gaven te verwaarlozen. Daarom, geliefde volgeling van Jezus, jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest.
Eeuwige liefde en tijdelijke gaven
‘Aan de liefde komt nooit een einde. Het spreken namens God zal eens niet meer nodig zijn, het spreken in klanktalen zal ophouden, kennis zal dan niet meer worden gevraagd.’ – 1 Korinthiërs 13:8
In dit vers beschrijft Paulus de tijdelijke duur van de gaven van de Geest en de eeuwigdurende liefde. God heeft ons Zijn gaven gegeven om Zijn Lichaam op aarde te versterken, totdat Hij terugkomt. Want zodra we met Jezus in de hemel zijn, zijn de gaven niet meer nodig.
Wanneer we zijn opgenomen in de hemel, verandert kennis in licht; wonderen in verwondering; worden in zijn; onvolkomenheid in volkomenheid; liefhebben in LIEFDE. Maar zolang de Here nog niet is teruggekomen, is Zijn plan om de gaven te uiten in de handen van de liefde.
We zien dat vers 8 een tegenstelling toont tussen de eeuwigdurende natuur van de liefde en de tijdelijkheid van de geestelijke gaven. De gaven zullen ophouden, want de gaven zijn tijdelijk. De gaven van de Geest zijn slechts een fragment van een komend geheel.
Tijdelijkheid is geen gebrek
De gaven van de Geest zijn tijdelijk, zoals de zintuigen van het lichaam. Maar geen mens verwaarloost het licht in zijn ogen, omdat ze van tijdelijke aard zijn. Het is eerder andersom. We waarderen het zicht in onze ogen, omdat het ook kon zijn dat we niet konden zien.
Het zien hoort, net als de geestelijke gaven, bij de tijdelijke fase van gedeeltelijke kennis van onze eeuwige ontwikkeling. Maar wie steekt zijn ogen uit, omdat wij in de hemel een nieuw lichaam krijgen? Wanneer wij een nieuw en verheerlijkt lichaam krijgen in de hemel, hebben we geen geestelijke gaven meer nodig, en ook geen vleselijke ogen.
In de hemel zullen we allemaal bekleed zijn met wonderbaarlijke wijsheid en kracht. Maar op aarde hebben wij onze menselijke zintuigen nodig en de gaven van de Geest. Dus is het belangrijk dat we Gods hulp aannemen tot opbouw van onszelf, de gemeente en bij de verlossing van hen die NU hulp nodig hebben. De gaven zijn de enige kans om NU wonderen te laten gebeuren.
De liefde vergaat nooit
De liefde start hier en nu haar volgroeide, eeuwige weg. We kunnen nu al, op dit moment, genieten van de overvloedige en volle liefde, tot zover we er bewust van zijn. We hoeven geen genoegen te nemen met minder. God schenkt de gaven met mate, maar Hij schenkt Zijn liefde en genade overvloedig. De gaven in de handen van deze overvloeiende en blijvende liefde is de volmaakte toerusting van de christen tot Jezus komt.
Deel van een geheel
‘Want wat wij weten, is onvolledig, en wat wij namens God zeggen, is gebrekkig. Maar wanneer het blijvende en volmaakte komt, is dat het einde van het gebrekkige en onvolmaakte. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten. Nu hebben wij nog geen heldere kijk op Christus, maar later zullen wij oog in oog met Hem staan. Ik ken Hem nu nog niet volkomen, maar dan zal ik Hem volledig kennen, zoals Hij mij door en door kent.’
– 1 Korinthiërs 13:9-12
Zoals vers 8 de tegenstelling laat zien tussen de tijdelijke gaven en blijvende liefde, zien wij hier de reden van dat verschil. De gaven houden niet op te bestaan. Nee, ze worden één met het geheel waarvan zij deel uitmaakten.
Het is goed om NU een deel te bezitten van de goddelijke bekwaamheid die we straks voor eeuwig zullen hebben. Het is iets waar we met passie naar moeten verlangen. Wanneer wij in volmaaktheid met God zullen zijn, zullen we pas ten volle kunnen begrijpen wat de gaven volledig inhouden. Maar dat betekent niet dat we niet ons best doen om het te begrijpen. Nee, laat God het je openbaren en streef ernaar!
De liefde is de belangrijkste
‘Kortom, er zijn drie dingen die blijven: geloof, hoop en liefde. Maar de liefde is het voornaamste.’ – 1 Korinthiërs 13:13
Geloof, hoop en liefde zijn de blijvende dingen, eeuwigdurend, en staan in tegenstelling tot de gezegende, maar tijdelijke dingen. Wanneer we voor eeuwig in de hemel zijn, zullen deze drie niet vergaan. Het geloof zal voor eeuwig de basis zijn van onze blijdschap in God. Altijd voortdurend geloof. De hoop zal voor eeuwig de oneindige projectie van dat geloof zijn. Onuitblusbare hoop.
In de LIEFDE, de belangrijkste van de drie, hebben alle dingen hun bestaan. Maar ook het geloof en de hoop zijn belangrijk. Want niet alleen is de liefde UIT God, zoals het geloof en de hoop, maar GOD IS LIEFDE. Liefde zonder einde!