Kinderlijk vertrouwen op God
Wanneer je met je rug tegen de muur staat en geen uitkomst ziet, weet dan dat bij God alles mogelijk is. Josafat maakte dit ook mee in zijn leven, maar hij wist dat hij zijn uitkomst van de Here mocht verwachten. Ontdek hoe jij door kinderlijk vertrouwen jouw uitkomst van God mag verwachten in jouw nood.
Grote tegenstand
Uit het leven van Josafat kunnen we veel leren. Hoewel hij een goede koning was die God diende, maakte hij ook wel eens foute beslissingen. Maar hij bleef niet op de foute weg. In de situaties dat hij slechte keuzes maakte, zag hij zijn ongehoorzaamheid aan God en vroeg God om vergeving. Hij wist dat God zijn nederige hulpgeroep zou horen en hem tegemoet zou komen.
Zo ook toen de Moabieten, Ammonieten en Meünieten samen tegen Josafat optrokken. In zijn angst besloot hij de Here te raadplegen. Hij riep voor heel Juda een vasten uit. Waarna het hele volk in Jeruzalem samenkwam om de Here om hulp te vragen.
Josafats gebed
Josafat ging staan en begon tot de Here te roepen en het volk bad mee:
‘O Here, God van onze voorouders, de enige God in de hemel, Heerser over alle koninkrijken op aarde, U bent zo machtig en hebt zoveel kracht. Wie kan het tegen U opnemen? O, onze God, hebt U de vroegere inwoners van dit land niet verdreven toen Uw volk hier aankwam?
En hebt U dit land niet voor altijd aan de nakomelingen van Uw vriend Abraham gegeven? Uw volk vestigde zich hier en bouwde deze tempel voor U, in oprecht vertrouwen dat wij in een tijd als deze – waarin wij oog in oog met oorlog, ziekten of hongersnood staan – voor deze tempel en voor U kunnen gaan staan, want U woont hier in deze tempel. Wij roepen tot U dat U ons zult horen en ons zult redden.
Kijk wat de legers van Ammon, Moab en het gebergte Seïr doen. U wilde niet dat onze voorouders die landen zouden binnenvallen toen zij uit Egypte kwamen. Daarom trokken zij er omheen en vernietigden hen niet. Maar kijk nu eens wat onze beloning is. Zij komen hier met de bedoeling ons te verjagen uit het land dat U ons hebt gegeven. O, onze God, wilt U hen veroordelen? Wij hebben immers niet de kracht het tegen dit grote leger op te nemen? Wij weten niet wat wij moeten doen, maar onze ogen zijn op U gericht.’ – 2 Kronieken 20:6-12
Gods antwoord op kinderlijk vertrouwen
Heel Juda stond voor God: mannen, vrouwen en zelfs de kinderen! O, wat moet het Gods Vaderhart hebben bewogen toen Hij het hele volk daar voor Zich zag staan. Kan God zo’n gebed onbeantwoord laten? Is Hij in staat om zo’n hulpeloze, nederige schreeuw van het hart te negeren?
‘HEEL JUDA STOND VOOR GOD: MANNEN, VROUWEN EN ZELFS DE KINDEREN!’
Nee! Zeker niet, want God ontfermde Zich over Zijn kinderen. Hij antwoordde het gebed van Josafat en het volk onmiddellijk. De Geest van God viel op de Leviet Jachaziël en hij sprak:
‘Luister naar mij, mensen van Juda en Jeruzalem, en u ook, koning Josafat. De Here zegt: ‘Wees niet bang! Laat de angst voor dit grote leger u niet verlammen. Want dit is niet uw strijd, maar de strijd van God. Trek hen morgen tegemoet en val hen aan. U zult hen tegenkomen terwijl zij de hellingen van Ziz beklimmen, aan het eind van het dal dat uitloopt in de woestijn van Jeruël. Maar u zult niet hoeven te vechten. Neem uw plaatsen in, blijf staan en kijk toe hoe God u allen op een wonderlijke manier gaat redden, inwoners van Juda en Jeruzalem! Wees niet bang of ontmoedigd. Ga hen morgen tegemoet, want de Here staat aan uw kant!” – 2 Kronieken 20:15-17
Josafat en het volk namen Gods Woord aan, zoals het was gezegd. Ze twijfelden er niet aan. Het hele volk viel voor de Here neer en begon Hem te aanbidden en te danken. De Levieten en de Korachieten begonnen uit volle borst lofliederen te zingen voor God. Wat hadden ze een geloof en vertrouwen. Want al vóórdat ze de overwinning zagen, prezen zij Hem er uit alle macht voor.
De strijd
De volgende morgen, voordat ze uittrokken, sprak Josafat hen nog eens krachtig en bemoedigend toe:
‘Luister naar mij, inwoners van Juda en Jeruzalem. Geloof in de Here, uw God, dan zult u slagen. Geloof Zijn profeten en alles zal goed komen.’ – 2 Kronieken 20:20
Na overleg met zijn volk, stelde hij mannen op die in heilige kleding de Here prezen en Hem een lied toezongen, terwijl ze voor de gewapenden uittrokken:
‘Looft de Here, want Zijn goedheid en liefde duurt tot in eeuwigheid.’ – 2 Kronieken 20:21b
Toen zij Gods majesteit begonnen te prijzen, zorgde God ervoor dat de Moabieten, de Ammonieten en de Meünieten zich tegen elkaar keerden en elkaar vernietigden.
‘JOSAFATS KINDERLIJK VERTROUWEN OP GOD WERD BELOOND.’
Toen het volk van Juda op het slagveld arriveerde, zagen ze niets dan lijken; niemand was ontsnapt. Ze waren wel drie dagen bezig om alle buit binnen te halen. Ze konden niet eens alles dragen. Hun volkomen, kinderlijk vertrouwen op God werd ruim beloond!
Op de vierde dag kwamen ze bij elkaar in het dal en daar prezen en dankten ze God. Toen ging het hele volk met Josafat voorop naar Jeruzalem. Ze gingen het huis van de Here binnen om God groot te maken met harpen, citers en trompetten.
‘En de omringende koninkrijken werden bang voor God, toen zij hoorden dat de Here in eigen persoon de strijd had aangebonden met de vijanden van Israël. Daarom werd Josafats koninkrijk met rust gelaten, want zijn God gaf hem rust.’ – 2 Kronieken 20:29-30
Heb je uitkomst nodig? Ga dan tot God en leg je noden aan Hem voor. Heb kinderlijk vertrouwen in Gods almacht en zie uit naar Hem.
