Wonder van voorziening
Heb je vandaag een wonder nodig? Hoe groot of klein de nood ook is, God is groter! God wil vandaag een wonder voor jou doen. Wat heb je nodig om je wonder te ontvangen? Geloof en een dankbaar hart. Dank de Here al voor het wonder. Je antwoord is onderweg. Dit getuigenis van voorziening van R.W. Schambach zal jou vandaag bemoedigen om vast te blijven houden en niet op te geven tot je je wonder ontvangen hebt.
‘Mijn moeder was een vrouw van geloof. Mama had twaalf kinderen, waarvan er zes nog thuiswonend waren. Wanneer je God vertrouwt en je hebt zes kinderen, heb je wel wat geloof nodig. Mijn vader was net ontslagen van zijn baan. Toen het tijd was om te eten, vroeg mijn moeder nooit wat je wilde. Wij vroegen ook nooit wat we zouden eten; we waren gewoon blij dat we konden eten. We hadden allen onze eigen plek aan de tafel.
Eén keer riep mijn moeder ons om te komen eten. Mijn plaats was vlak naast de oven, Jim zat naast mij en Leroy aan de andere kant – hij was wat groter. Ik voelde aan de oven, en die was koud. Ik stootte Jim aan en keek naar onze borden. Die waren leeg. Maar mama had ons geroepen om te komen eten.
Danken voor niets
Mijn moeder was echt een vrouw van God! Ze liet alle kinderen aan tafel zitten en ze zei tegen ons: ‘Oké, ik wil graag dat iedereen stil is. We gaan bidden en God danken voor het eten.’
Ik stootte Jim weer aan. Ik zei: ‘Mama is een beetje in de war. ‘God danken voor het eten.’ Er is helemaal geen eten.’
Mama was zich niet bewust van de omgeving. Iedereen kan God danken voor een hotdog in je hand. Je kan God danken voor voedsel in je koelkast. Maar zij dankte God voor niets. Ze begon te bidden. ‘Here, in Jezus’ naam, zegen alle zendelingen die helemaal niets hebben.’
Ik stootte Jim weer aan. ‘Wij zijn zendelingen. Wij hebben niets!’
Maar mama ging door. ‘Here, wij danken U dat U voorziet.‘
Ik opende één oog en dacht dat er ter plekke heerlijke aardappelpuree op mijn bord zou verschijnen. Ik dacht dat de schaal van het vlees ineens vol met vlees zou zitten. Maar er was niets. Mama was nog steeds de Here ervoor aan het danken. Ze zei: ‘Here, U heeft ons nooit in de steek gelaten. De Here zal voorzien. Ik dank U dat U voor mijn gezin zorgt.’
In mijn binnenste zei ik: ik wilde dat ze zou opschieten. Ik weet iemand die eten heeft. Ik ga daarheen en ga het halen zodra ze klaar is. Op het moment dat ze ‘amen’ zei, vloog onze achterdeur open. Een zuster uit de kerk kwam binnen en had twee grote gevulde kippen klaargemaakt. Toen kwam er een man binnen met een kan melk en twee huisgemaakte stokbroden.
Ik seinde Jim weer. ‘Hé, het is mama gelukt! Mama weet waar ze het over heeft!’
Zegevierend geloof
Ik heb het over het soort zegevierend geloof dat vasthoudt aan de horens van het altaar (1 Koningen 1:50-51). Geef niet op! Maar dank de Here ervoor. Het antwoord is onderweg. Richt je ogen niet op de situatie. Haal je ogen af van de problemen in je familie. Haal je ogen af van het saldo op je bankrekening. Richt je ogen op de belofte. Als God het heeft gezegd, zal Hij het doen. Je bent een kind van God. Hij baant een weg waar geen weg is. Houd vast aan de horens van het altaar tot je het antwoord ontvangen hebt.’
Dit artikel is geschreven door R.W. Schambach.